Knalfinale

De taktiek was er op gericht geweest op een zodanige voorsprong opbouwen dat de laatste wedstrijd, op voorhand ingeschat als de kampioenskrijg, er niet meer toe zou doen en er vrijuit gespeeld kon worden. Men mag daar natuurlijk van dromen, maar er kan altijd een kink in de kabel komen. Dat gebeurde, zoals eerder gerapporteerd, in Naaldwijk waar alles wat maar fout kon gaan ook fout ging. En zo stond ons eerste team op 2 april voor de zware taak om het eerste team van Botwinnik op minimaal 4-4 te houden, maar voor de zekerheid in te zetten op een overwinning, want het eerste team van Scheve Toren stond in de coulissen te wachten om de titel in ontvangst te nemen als zij met 6-2 of meer van Bobby Fischer/Wassenaar 1 zouden winnen en onze match gelijk zou eindigen. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat Botwinnik 1 met dezelfde insteek als wij aantrad. Het lot was ons op één punt gunstig gezind: topper Jan Willem Duijzer vierde juist die dag zijn verjaardag en ontbrak, wat Melchior een minder sterke tegenstander opleverde. Dat zag er gunstig uit, maar er is een gezegde over beren en het schieten van hun huid of iets dergelijks.

Aan onze kant misten we Peter, vanwege een knieoperatie tijdelijk uit de ‘running’, maar we mochten Ton lenen van het tweede team dat ruim tien meter verderop in de aula van het Stedelijk College zat te vechten voor zíjn kampioenschap.

De start ging prima. De opening leverde geen noemenswaardige problemen op, al stonden Jan Willem en Sander wat gedrukt. Dat is hun vaste aanpak: laat de tegenstander maar komen en zodra die niet verder komt, ga je in de tegenaanval. Een riskante taktiek, maar (aangezien beiden een goede plusscore hebben) wel effectief. Twan kreeg al snel de ruimte en pakte het goed aan tegen een Siciliaanse draak. Zwart moest nauwkeurig manoeuvreren om de d-pion te blijven steunen. Marco kreeg het flink te verduren, maar wist stoïcijns als altijd alle dreigingen te pareren en wist een vrijpion op d4 te posteren. Maarten speelde tegen de teamleider van de tegenstander, de creatieve Stefan Buchly, altijd goed voor een interessante partij en als er een prijs voor de spectaculairste partij van de match was geweest, had ik deze genomineerd. Maarten stak er een pion in en moest met stukkenspel voor compensatie zorgen, Stefan deed er alles aan om dat tegen te werken.

Melchior had geen zichtbare moeite om met zwart een mooie stelling op te bouwen en hij was al snel bezig om voordeel te behalen. De open a-lijn leek gevaarlijk na zijn lange rokade, maar alles was gedekt. Aleksander ging ook lekker, maar dan met wit, kreeg langzaam meer ruimte en kon op zoek naar een manier om de zwarte verdediging te slopen. Ton opende solide en zocht naar aanknopingspunten om verder te komen. Het grote aantal pionnen dat nog op het bord stond maakte laveren met de stukken lastiger en een goed plan was lastig uit te werken. Opeens stond hij naast me met de mededeling dat er zetherhaling en dus remise aan zat te komen. Doorspelen zou een grote kans op mat gaan in zich bergen en dus mocht hij het halfje aanvaarden. Een klein beetje jammer was het wel, maar aan de meeste borden was een gunstige stelling te bewonderen aan onze kant. Intussen toucheerde Scheve Toren 1 zijn eerste punt. Daar ging het niet zoals we wilden...

Marco had inmiddels wat initiatief ontwikkeld, dankzij zijn vrijpion, maar het boertje stond stevig geblokkeerd en de zware stukken van wit bemoeilijkten elke mogelijkheid om verder te komen. Twan drukte zijn tegenstander steeds verder in de verdediging, maar die verzette zich met alle macht en hoewel zijn zwartveldige loper volledig buitenspel werd gezet, kon hij op zijn beurt de pionnenstelling dichtschuiven en de plannen van Twan danig frustreren. Maarten speelde nog steeds een partij van grote schoonheid, waar allerlei wendingen in bleven opdoemen. Maarten verdubbelde torens en leek iets beter te komen staan, maar de opponent viel doodgemoedereerd aan op de damevleugel waar de witte koning bivakkeerde. Melchior drong steeds verder aan en daar begon ik een punt te tellen, evenals bij Aleksander die overwegend stond.

Jan Willem had zich losgewurmd en hoewel hij met loper en torens zijn pion op c6 moest blijven dekken, leek de partij op een puntendeling af te stevenen. Sander had zich ook losgewerkt en verlokte zijn tegenstander tot ruil van dame tegen twee torens, met aanvalskansen voor onze man, want de torens van wit communiceerden nog niet met elkaar. Nog niet!

Toen kreeg Marco een remiseaanbod. Hij hoefde dat niet te overleggen met de teamleider, want hij zag duidelijk nog mogelijkheden om verder te komen. De tijd was in zijn voordeel en de vrije d-pion was ook nog steeds aanwezig. In het vervolg werd het nodige materiaal afgeruild en ontstond een eindspel met dame en loper (gelijke kleur) en vier pionnen. De remisemarge schoot omhoog en desgevraagd mocht hij remise accepteren. Er zat vervolgens ook niets anders op, want de witspeler hield eeuwig schaak.

Geen man overboord, want Melchior stond inmiddels duidelijk gewonnen en Aleksander zou ook een punt gaan scoren. Twan stond solide, Sander had zeker minstens remise en Jan Willem leek ook wel binnen de remisegrens te blijven. Bij Maarten was de strijd nu echt in volle gang, maar met een geïsoleerde dubbelpion was het zwarte voordeel op dat punt geneutraliseerd en remise vrijwel binnen. Men moest het alleen nog overeenkomen en dat gebeurde.

In de zaal was de spanning te snijden en ook de lucht, want het werd met de minuut warmer. Ondanks dat er meerdere ramen openstonden, zorgden 192 zwoegende schakers en een flink aantal teamleiders en geïnteresseerden voor een flinke temperatuurstijging. Op de borden was het niet anders.

Sander was ver gekomen met zijn partijopzet, maar nu stagneerde de zaak. Beide spelers zagen er geen brood meer in en deelden het punt. Rond dat moment had Melchior, zoals hij na de wedstrijd liet weten, een moment van schaakblindheid toen hij een foutief stukoffer niet correct weerlegde. En daardoor ontstond ook in deze partij een eeuwig schaaksituatie. Daarmee was de vijfde remise een feit en was het wachten nog steeds op de bevrijdende winstpartij. Bobby Fischer had inmiddels twee punten binnengehaald tegen Scheve Toren. Nog een halfje en we zouden aan gelijkspel genoeg hebben...

Jan Willem had voor de snelle waarnemer nu toch echt remise in huis, maar de spelers staken er meer tijd in en onze man had veel pionnen op witte velden staan, de kleur van de witte loper. Hij boette vervolgens twee pionnen in en nu zag het er plotseling minder rooskleurig uit. Twan kwam intussen ook al niet verder meer, mocht remise aanvaarden en besloot het nog te proberen. Beide spelers hadden nog maar minuten op de klok, onze kopman meer dan zijn tegenstrever. Aleksander hield de eer hoog met een eindspel met dame, toren en pionnen. Een handige afruil leverde hem een toreneindspel met twee pluspionnen op. Jan Willem zag de bui boven zijn partij hangen en gaf op. Er was niet veel meer over dan virtueel rokende puinhopen. Daarmee verloor hij zijn ongeslagen status.

Eric van der Marel had intussen zijn partij in de match met Scheve Toren gewonnen, waardoor we aan 4-4 genoeg zouden gaan hebben...

Twan had geen tijd meer over, kwam geen steek verder en moest berusten in remise. Hierna werd Aleksander verteld dat hij moest winnen om het kampioenschap binnen te halen. Zijn tegenstander speelde al zettenlang met slechts een krappe 20 seconden over en elke keer wist hij snel genoeg een zet te doen. Aleksander rekende rustig door en ruilde nog een stel pionnen, maar nu stond er een witte soldaatje op a4 en eentje op h6. Niet de gunstigste plekken om winst binnen te halen. Er zijn veel manieren voor de onderliggende partij om remise te maken, vooral als hij ook nog eens een actieve toren heeft. Hij zette pardoes zijn koning op dezelfde lijn als zijn toren, waarna een geforceerde ruil de witte a-pion onbereikbaar maakte. En daarmee werd de competitie in de allerlaatste minuten beslist en mogen we volgend jaar weer op zaterdag op pad om ons te gaan meten met teams uit andere regio’s.

Opluchting en blijdschap bij de teamleider, die na drie jaar eindelijk alle inspanningen beloond ziet met een kampioenschap. Dank gaat natuurlijk uit naar alle basisspelers, maar vooral ook de invallers die een extra avond wilden investeren om aan dit resultaat mee te werken.

 

Botwinnik 11845-SHTV 119844 -4 
1Arno Middelkoop1796-Twan van der Togt1981½-½
2Thom Beeren1922-Marco van Straaten1998½-½
3Stefan Buchly1935-Maarten Stolte2050½-½
4Wouter Bik1805-Melchior Vesters2153½-½
5Wilco Kort1820-Aleksander Henke19820-1
6Ruben s’ Jacob1890-Jan Willem le Grand18631-0
7Rogier Zoun1711-Ton Bodaan1921½-½
8Erik Middelkoop1884-Sander Pauw1926½-½