Ruime nederlaag van het eerste tegen Paul Keres 3

De tweede ronde van de KNSB-competitie bracht ons vlaggenschip naar Utrecht, alwaar we zouden spelen tegen ratingfavoriet Paul Keres 3. Ten opzichte van de vorige ronde was PK nog versterkt met twee 2100-spelers. Hoewel wij Eduard en Maarten er weer bij hadden, zou het dus een lastige middag worden, maar kansloos ben je meestal niet. Ook nu was er lang hoop op een goed resultaat, maar uiteindelijk resteerde een 6-2 nederlaag. Er had wel wat meer in gezeten, maar om te beweren dat we recht hadden op een matchpunt, moet je wel een heel positieve kijk op een aantal stellingen gehad hebben.

Paul Keres speelt vlakbij het Centraal Station van Utrecht en het advies was dan ook om met de trein te gaan. De spelers van ons team komen tegenwoordig uit zeven verschillende windstreken en zeker als je geen goede OV-verbinding in de buurt hebt, is het verleidelijk om dan toch de auto te nemen. Uiteindelijk waren er drie treinreizigers die afspraken op Den Haag Centraal, onderweg stapte nummer vier in Gouda in en de anderen kwamen op eigen gelegenheid. Het vinden van de speelzaal zou volgens de aangeleverde routebeschrijving behoorlijk simpel moeten zijn, maar de teamleider was zo overtuigd van de globale locatie van de speelzaal dat we alle aanwijzingen negeerden en alsnog de verkeerde uitgang namen (kaartje op de kop gehouden?). Gelukkig waren we zo ruim op tijd, dat we ondanks de omweg alsnog voor een dichte deur stonden. Ook bij de autoreizigers zat het vanwege files niet mee.

Uiteindelijk zat met enige vertraging iedereen achter het bord. Bij het uitwisselen van de opstellingen bleek Paul Keres nog wat versterkt ten opzichte van de opgegeven basis. Twee spelers die de vorige ronde meededen, waren nu actief op de Europacup voor clubteams en hun vervangers waren direct de sterkste spelers, zowel qua rating als waarschijnlijk ook qua ervaring op een veel hoger niveau dan de derde klasse. Dat is toch de luxe van een echt grote club die wij niet hebben. Maar goed, kansen zijn er altijd en dat bleek eigenlijk ook wel.

We begonnen niet goed. Maarten speelde met zwart een opening die sommigen als saai zouden beoordelen, maar beide spelers rokeerden tegengesteld en trokken toen ten aanval. Helaas was wit veel sneller, zeker toen Maarten hem vrijwillig een halfopen h-lijn gaf. Via de h-lijn dreigde Maarten mat te gaan en een poging om een vluchtveld te maken, kostte de dame. Dat was toch wel een tegenvaller, nadat Maarten vorig seizoen nog topscorer van de hele poule was geworden.


[Event "Paul Keres 3 – SHTV 1"]
[Site "KNSB 3e klasse E"]
[Date "2023.10.07"]
[Round "2.4"]
[White "Hein Piet van der Spek"]
[Black "Maarten Stolte"]
[Result "1-0"]
[PlyCount "47"]
[FEN " r4rk1/p3bppp/2p3b1/2q3P1/1p3Q2/3B1N2/PPP2PP1/1K1R3R w - - 0 21"]
21. Bxg6 hxg6 22. Ne5 Bxg5 23. Qxg5 f6 24. Rh8+ 1-0

Ook bij Hans ging het niet geweldig. Hij had ook zwart en een stelling met tegengestelde rokades, maar daar houden de overeenkomsten wel op. Wit was niet geïnteresseerd in de zwarte koning, maar ontwikkelde druk tegen een achtergebleven pion op d7. Hans probeerde wat onrust te stoken richting de witte koning, maar de witspeler toonde zich niet onder de indruk. Nadat hij met de toren op d7 had geslagen en ook nog met zijn dame op de zevende rij kwam, moest Hans nog twee pionnen geven en met drie pionnen achterstand was er niet meer echt iets van de partij te maken.

Beter ging het bij Daniël. Hij leek initiatief te hebben en won uiteindelijk ook een pion. Om een penning op te heffen, moest hij echter een lelijke geïsoleerde dubbelpion op de e-lijn toestaan en daarmee was het voordeel wel weer verdwenen. De spelers besloten dan ook al snel tot remise.

Nog beter ging het bij Sander. In een stelling met allebei een dame en twee lopers stond hij veel actiever. Dat leverde een pion op en later nog één. Toen de witte stukken zich op de zwarte koning richtten, was het snel klaar, want aan mat was niet meer te ontkomen. Daarmee heeft Sander als invaller twee keer gewonnen en mag het de volgende ronden als basisspeler proberen. Iets wat overigens niets met de behaalde scores te maken heeft.

Met 2,5-1,5 achter naderde de tijdnoodfase. Ton had met zwart een remiseaanbod gedaan. De stelling was redelijk gelijk, maar wit had voortdurend een klein plusje omdat Ton een geïsoleerde pion had. Die kon in het eindspel zwaar gaan wegen en het was dan ook wel logisch dat wit het nog een poosje probeerde, hoewel het allemaal nog ruim binnen de remisemarge was. Ik had zelf wel een prettige stelling, Eduard leek wat initiatief te hebben. Kortom, het kon nog alle kanten op.

Op weg in de trein hadden we het over het schrijven van het wedstrijdverslag. Er zijn een aantal soorten verslagen/verslaggevers te onderscheiden. De ene ontwijkt de schaaktechnische inhoud en beschrijft vooral in woorden het scoreformulier (‘Maarten verloor snel, ook Hans verloor, maar Sander won van een sterke tegenstander’) of gaat juist uitgebreid in op allerlei randzaken en doet of het schaken tussendoor maar een hinderlijke onderbreking van de dag was (‘we speelden in een fraaie locatie, het was alleen jammer dat er kennelijk geen geld meer was om ook schoteltjes bij de koffiekopjes te kopen.’). Een ander gebruikt hulplijnen om tot een inhoudelijk verslag te komen: hij vraagt de spelers om input en neemt stukjes één op één over, eventueel met wat inleidende tekst. Ook zijn er teamleiders die gedurende de middag regelmatig wat tekst op een – liefst heel klein – blaadje krabbelen (‘13:10 Jan biedt voor het eerst remise aan, maar dat wordt afgeslagen’) en daar uiteindelijk een verslag van maken. Een vierde verzamelt alle partijen en maakt thuis een uitgebreide analyse met hulp van de computer, wat leidt tot een uiterst leerzaam schaaktechnisch verslag, maar wat meestal wel veel tijd kost om te maken. Ten slotte is er ook een categorie die de hele middag wat ronddrentelt langs de borden en denkt daarmee de essentie van de partijen wel te kunnen beschrijven in een verslag. Zelf behoor ik tot die laatste categorie. Het nadeel is alleen dat je de onverwachte momenten waarop één (niet gevonden) zet de hele partij had kunnen doen kantelen, meestal mist. Als de spelers zo’n zet al niet zien, is de kans klein dat je tijdens het drentelen je genoeg in de partij hebt verdiept om zo’n wending wel te zien en ook nog op waarde kunt schatten. Bovendien, als je in tijdnood vooral op je eigen partij moet focussen, blijk je na de tijdnoodfase de helft van de zetten en vooral de beslissende momenten op de andere borden te hebben gemist. Daarom was ik blij om te zien dat Paul Keres voor doordruknotatieformulieren had gezorgd. Helaas had ik mijn teamgenoten niet geïnstrueerd om de kopie bij mij in te leveren. Maarten deed dat wel, maar verder dacht ik er alleen aan om dat te vragen op een moment dat er geen teamgenoot in de buurt was om aan te schieten en niet meer als die teamgenoot er wel was. En ja, dan wordt het lastig om van sommige partijen een objectief oordeel te geven.

Waarom dit uitgebreide intermezzo? Omdat Luka ook nog bezig was en ik werkelijk geen idee had hoe het stond en wat er in deze partij gebeurde. Luka heeft de laatste tijd een flinke ratingsprong gemaakt en is op rating nu al de nummer twee van het team. Hij speelde tegen FM Tom de Jong, oud hoofdklasser en deelnemer aan de Grootmeestergroep B in Wijk aan Zee in de jaren ’90. Het kan dus zijn dat ik te weinig langs gedrenteld ben om de essentie van de partij mee te krijgen, maar waarschijnlijk was de partij gewoon te moeilijk voor mij. Luka met zwart nam een geïsoleerde d-pion onder vuur, wit leek wat makkelijker spel te krijgen. Ineens was er een witte dame op de onderste rij verschenen en dreigde er mat, maar Luka had wel een stuk meer. Voor mijn gevoel kon hij het mat wel verhinderen, maar of hij het stuk kon houden, geen idee. En die witte d-pion leek ineens ook wel gevaarlijk. Kortom, geen idee hoe ik de stelling moest beoordelen, maar het resultaat was in ieder geval een nul.

Bij Eduard dacht ik er iets meer van te begrijpen. Hij trok zijn torens samen op de f-lijn om met f4-f5 de zwarte koningsstelling aan te tasten. Zwart had echter een vervelend antwoord, waarbij hij de dames ruilde en met een paard zowel de toren die op f5 was gekomen, als een pion op c4 aanviel. Eduard moest zijn toren op c5 zetten om pionverlies te voorkomen, maar die werd daar uiteindelijk ingesloten. Dit kostte een kwaliteit en uiteindelijk gingen er ook nog wat pionnen van het bord. Eduard zocht tegenspel door de zwarte koning af te snijden op de onderste rij, ondersteund door een loper op f6 en een pion op e5. Zwart dacht lang na over een oplossing en koos uiteindelijk voor zetherhaling. Hij kon ook een kwal teruggeven, maar dan werd de witte pion wel erg dreigend en gezien de stand was dat ook niet nodig. Maar misschien begreep ik ook hier uiteindelijk de stelling niet.

Bij Ton ging het langzaam maar zeker minder. Hij kreeg een kans om remise te maken via een vesting, maar miste die. Daarna kwam er nog een moeilijker kans, die ook pas in de analyse werd gevonden. Uiteindelijk wist wit zijn voordeel gestaag uit te breiden en om te zetten naar een punt. Gelukkig heeft Ton zelf een analyse van het eindspel gemaakt, zodat voorgaande tekst iets beter onderbouwd kan worden.


[Event "Paul Keres 3 – SHTV 1"]
[Site "KNSB 3e klasse E"]
[Date "2023.10.07"]
[Round "2.8"]
[White "Evert van Heel "]
[Black "Ton Bodaan "]
[Result "1-0"]
[ECO "D30"]
[Annotator "Wouter"]
[PlyCount "105"]
[SourceVersionDate "2023.10.09"]
[FEN "2b5/1p3p1p/p2kn1p1/3p4/3N1PP1/1P1BP1KP/P7/8 w - - 0 33"]

33. f5 $6 {
Nu kan Zwart direct remise maken.} Nc5 (33... Nxd4 34. exd4 g5 $1 35. Kf3 Kc7
36. Ke2 f6 37. Kd2 Bd7 38. Kc3 Kb6 39. a4 a5 {No pasaran , een vesting !}) 34.
Bc2 Ke5 $2 {en meteen een misser!} (34... g5 $1) 35. Nf3+ Kf6 36. Kf4 {Nu is
g5 verhinderd} gxf5 37. g5+ Ke7 38. Bxf5 Bxf5 39. Kxf5 Nd3 40. Nd4 Nc1 41. a3
Nd3 42. b4 Nf2 43. h4 Nd1 44. Kf4 $2 {he he eindelijk maakt wit ook eens een
foutje.} (44. Nc2 {en de witte koning behoudt zijn mooie positie.}) 44... f6 $1
45. Nf5+ Ke6 46. gxf6 Kxf6 47. Nd6 b6 48. Ne8+ {Nu heeft zwart een mooie
remise variant.} Kg6 $4 {Zwart gaat voor de h pion maar is te langzaam.} (48...
Ke7 $3 {Deze zet legt de zwakte van het witte paard aan de rand bloot.} 49. Nc7
Kd6 50. Nxa6 {Wit heeft een pion gewonnen maar de positie van zijn paard maakt
winst onmogelijk. Bijv.} Nc3 51. Kf5 h6 (51... Ne4 52. h5 Nd2 53. Kf6 Nc4 54.
Kg7 $2 Nxe3 55. Kxh7 d4 {en zwart wint!}) 52. Kg6 Nd1 53. Kxh6 Nxe3 54. Kg5 d4
55. Kf4 Nf5 (55... Ng2+ 56. Ke4 Nxh4 57. Kxd4 Kc6 {en zwart ruilt een pion en
geeft zijn paard voor de laatste boer.}) 56. Ke4 Nxh4 {Er zijn veel varianten
mogelijk. De leukste zijn die waar zwart zijn paard geeft voor de h-pion nadat
alle pionnen zijn geruild.}) 49. Nc7 Nc3 50. Ke5 Kh5 51. Nxd5 Nxd5 (51... Nb1
52. a4 Kxh4 53. Nxb6 h5 54. b5 Kg3) 52. Kxd5 Kxh4 53. e4 {Oeps verkeerd geteld,
dacht met schaak te promoveren maar zover laat wit het niet komen. Toch een
boeiende partij vooral de analyse van het eindspel was een leuke bonus! Al met
al een verdiende overwinning voor mijn sympathieke opponent !!} 1-0

Ik was met wit weer eens als laatste bezig tegen een naamgenoot. Na een bijzondere opening volgde ook hier een stelling met tegengestelde rokades, maar beide spelers hadden moeite om een pionnen- en stukkenopmars richting de vijandelijke koning tot stand te brengen. De actie vond voornamelijk via wat positionele acties in het centrum plaats. Ik had geen idee hoe ik de stelling moest beoordelen (misschien ligt het toch niet aan het al dan niet langsdrentelen…), maar uiteindelijk leek ik toch wel een prettig voordeeltje te hebben. De dames gingen eraf, maar de zwarte loper keek zielig tegen zijn eigen pionnen aan en een zwart paard stond te verpieteren op c7. Bovendien had mijn tegenstander nog maar weinig tijd. Waarschijnlijk nam ik toen een paar onhandige beslissingen. In plaats van eerst de koning te centraliseren, leek het tijd om de duimschroeven verder aan te draaien. Poging 1 leidde ertoe dat zwart zich wat kon bevrijden door alle torens te ruilen, bij poging 2 overspeelde ik mijn pionnen. Het zwarte paard kon eromheen springen en toen bleken de pionnen vooral zwak, mede omdat de witte koning buitenspel stond. Een laatste poging om de stelling te redden, door de – inmiddels niet meer zo zielige – loper af te ruilen tegen mijn paard, werd gemist en daarna bleek de loper juist superieur. Er ging een pion af, de loper domineerde het witte paard en de zwarte pionnen kwamen onstuitbaar naar voren.

Wie mee heeft geteld komt op een uitslag van 6-2. Tja, dit team was gewoon sterker. Gelukkig komen er nog genoeg kansen om het beter te doen. Om te beginnen op 4 november. Dan spelen we met alle teams gezamenlijk thuis, dat moet toch nog wat extra inspiratie geven.

Paul Keres 32074SHTV19906 - 2
Jan Jaap Janse2078Eduard van Dijk2070½ - ½
Tom de Jong2113Luka Wink20231 - 0
Bert Both2086Daniël van Loenen2014½ - ½
Hein Piet van der Spek2124Maarten Stolte20171 - 0
Wouter Langerak2047Wouter Noordkamp20191 - 0
Simon Kronemeijer2037Hans Segers19371 - 0
André Schenk2093Sander Pauw19440 - 1
Evert van Heel2014Ton Bodaan18951 - 0