Op hangen en wurgen

Na een aanvankelijk moeizaam begin van het seizoen is het eerste team op stoom gekomen en draait mee in de strijd om het kampioenschap van de HSB. De verlieswedstrijd van DSC 4 tegen Schaakhuis 1 heeft de kansen vergroot, maar ook de druk op de spelers. Alles moet gewonnen worden om de titel te kunnen pakken en zelfs dan kan het nog misgaan op bordpunten. Voorwaar geen gemakkelijke opgave! Voor de zesde ronde stond de ontmoeting met de taaie en ervaren ploeg van WSC 4, die eerder het tweede team met het kleinst mogelijke verschil versloeg. In theorie zou het eerste team dus moeten gaan winnen, maar Maarten Stolte was wegens familieverplichtingen verhinderd en werd vervangen door aanstormend talent Twan van der Togt. Peter Vorstermans was ook verhinderd, maar had de mogelijkheid om drie dagen eerder vooruit te spelen. Die partij eindigde in remise, waardoor de wedstrijd ook nu met een gelijke stand begon.

Hans had er zin in, want het werd al snel duidelijk dat hij de zwartspeler aan alle kanten beperkte in zijn bewegingsruimte. Marco had geen moeite om minstens gelijke stelling te bereiken en ook Twan kwam lekker uit de opening. Sander begon ook nu weer rustig, als een echte counterspeler, maar hij gebruikte wel weer veel tijd. Jan Willem stond spoedig onder druk en zijn pionnenstelling was iets minder, wat lastig is als je met de zwart stukken speelt. Bij Mike zag het er ook niet helemaal rooskleurig uit, met een witte pion op d5 die het centrum lamlegde en Ton had juist weer een miniscuul voordeel dat hij probeerde uit te bouwen.

Marco kwam na ongeveer anderhalf uur spelen vragen of hij remise mocht maken, ongetwijfeld in de veronderstelling dat hij tegenover de sterkste speler zat. Die is, zoals na de wedstrijd uit de nieuwe ratinglijst blijkt, wel een stuk vooruitgegaan, maar de stelling die ik kort ervoor had gezien leek mij goede kansen te bieden voor onze man. Hij mocht dus geen remise aanbieden of aannemen, wat even later werd bevestigd door pionwinst en de mogelijkheid om de druk te verhogen. De zwarte koning stond veilig en hoewel de zwarte dameloper nog moest ontwikkelen, was een werkeloze witte toren een grotere handicap. Mike zat op dat moment lang en diep te rekenen en wat uit zijn houding al sprak bleek na de partij ook het geval: hij wist heel goed waar hij mee bezig was en zocht naar de juiste voortzetting. Ton had ook druk en Twan stond prettig, maar op beide borden stond nog veel materiaal en de echte uitkomst was onduidelijk. Dat gold ook voor de partij van Sander, die gedrukt had gestaan en stukje bij beetje wat spel probeerde te creëren. Alleen de stelling van Jan Willem baarde me echt zorgen; het ene moment leek het er op dat hij zijn verdediging sluitend kreeg en het volgende moment waren verborgen dreigingen te zien.

En toen kwam dan eindelijk een opluchtende mededeling: Marco had gewonnen. De druk lag nu bij de tegenstanders en zowel Hans als Mike hadden nu een superstelling. Mike was de eerste die daar resultaat mee boekte. De lichte stukken waren van het bord en hij had drie pluspionnen, met allerlei tactische wendingen. Stukwinst was niet meer te vermijden en twee bordpunten voorsprong waren een feit. Helaas kon Jan Willem het even later niet bolwerken en moest opgeven. Twan had aanvankelijk controle over de a-lijn, maar een lastig te plaatsen paard kostte hem tempi waardoor zijn opponent tegenspel kon ontwikkelen. Bovendien zat hij met een hangende c-pion. Ton wist nog steeds druk te houden tegen de toch wel heel flexibele stelling van de zwartspeler. Hans offerde een paard voor een stel pionnen en maakte goed gebruik van zijn loperpaar, terwijl zwart een merkwaardig kluitje stukken in de hoek had staan die met moeite in beweging te krijgen waren. En terwijl het aan de ene kant van de speelzaal de zaken er voorspoedig uitzagen, kwam Sander in vliegende tijdnood met een vol bord en allerlei ingewikkelde wendingen in de stelling. Zelfs met 10 seconden per zet erbij tikte het laatste beetje tijd weg en viel ook hier het doek.

Daarmee was de stand weer gelijk geworden, met de gelukkige omstandigheid dat Hans door twee loper te offeren een dame kon halen. De rest was, zoals dat zo mooi heet, techniek. Ton wilde intussen weten of hij remise mocht aannemen. Nee dus, want Twan had alle controle over zijn stelling verloren en zijn koning was afgesloten van zijn pionnen. Hij bleef stug doorspelen met schaakjes op de zwarte koning die achter zijn pionnen vastzat. Desondanks bereikte zwart dat hij twee pionnen kon verschalken, wat voor hem resulteerde in een toreneindspel met twee pluspionnen. Ton had inmiddels ook de grootste moeite om zelfs maar remise te maken en het zag er ineens allemaal somber uit. Over en uit, volgend jaar beter... wel vervelend zo in dezelfde week waarin het bekerteam ook al uitgeschakeld is...

Maar drie-en-een-half uur spelen gaan niemand in de koude kleren zitten en de tijd begon te dringen voor Ton’s tegenstander. Wat dan vaak gebeurt, gebeurde nu ook: hij greep mis en verspeelde zijn paard. Nog een paar zetten later capituleerde hij en had ons team toch nog volkomen onverwacht gewonnen! Twan’s tegenstander wikkelde intussen verkeerd af, waardoor de overgebleven pionnen geïsoleerd raakten. Twan blokkeerde de pion op de f-lijn met zijn koning en speelde zijn toren om om die pion te verschalken. De h-pion was ongevaarlijk en dus viel hier ook nog een halfje te vieren.

Een wedstrijd die echt op hangen en wurgen is gewonnen en een stapje dichter bij een mogelijk kampioenschap. De volgende ronde is nog crucialer, want dan wacht het versterkte team van Schaakhuis 1 dat op dit moment aan de leiding gaat.

SHTV 1 (1926)                         WSC 2 (1893)                          5-3
Marco van Straaten (1985)             Gerben van Leeuwen (1900)             1-0
Hans Segers (1977)                    Thierry Bieger (1962)                 1-0
Mike Hoogland (1975)                  Frans Vreugdenhil (1944)              1-0
Twan van der Togt (1905)              Ard Dekker (1837)                     ½-½
Jan Willem le Grand (1848)            Marco Kuyvenhoven (1894)              0-1
Sander Pauw (1919)                    Johan Voorberg (1950)                 0-1
Peter Vorstermans (1897)              Johan 't Hart (1777)                  ½-½
Ton Bodaan (1902)                     Leo Duijvesteijn (1881)               1-0