Verrassende start van het open kampioenschap

De eerste ronde van een toernooi is meestal een kwestie van bovenste helft van de deelnemerslijst tegen de onderste helft, met uitzondering van hen die een bye hebben opgenomen, maar op 17 mei sloeg de vlam al gelijk in de pan en werden reputaties beschadigd en misschien zelfs versplinterd.

Terwijl twaalf van de achttien partijen toevielen aan de sterkere speler, was er op de andere zes borden te genieten van spektakel. Het ligt voor de hand dat dit met name gold voor de toeschouwer, want de speler die een remise moet toestaan tegen iemand die op papier een paar honderd Elo-punten minder heeft zal er ongetwijfeld anders over denken. Drie spelers werden geconfronteerd met tot de tanden bewapende tegenstanders die de deur dicht hielden. De jonge Robin van Leeuwen is nog in ontwikkeling als schaker en heeft al enkele deelnames aan landelijke kampioenschappen achter zijn naam staan. 'Betonschaker' Piet Sikkes wist er geen raad mee en moest berusten in puntendeling. Ook William van Zanten en Han Terpstra werden onaangenaam verrast en getrakteerd op een halfje.

Maar dit waren nog de spekkopers, want op maar liefst drie borden kregen de sterkere spelers het echt voor de kiezen. Gert-Jan Willighagen moest als vertegenwoordiger van de thuisclub het punt laten aan André van der Weijde. Nauwelijks voorbij de helft van de avond was het over. En ook Olav van Leeuwen (vader van...) raakte het spoor bijster, terwijl Han Nicolaas de juiste weg wel wist te vinden. In het derde geval was het de tijdnood die het succesvolst was. Veteraan Rob Dijkstra speelde net even sneller dan Ton van der Zijden, die met minder dan een minuut op zijn klok (tegen zes) in een eindspel met ongelijk materiaal de juiste zetten moest zien te vinden. Het lukte niet en Rob slechtte de laatste muren rond de zwarte koning.

Als deze uitslagen een indicatie zijn voor de rest van het toernooi, gaan we nog heel wat beleven.