Doorgebroken pion

Omdat er vier van de vijf landelijke teams van Caïssa uit speelden, hadden onze gastheren besloten om een andere locatie te zoeken dan de gebruikelijke Sporthal 'De Pijp' (die ik nog ken uit de tijd dat de laatste Lost Boys-toernooien daar werden gespeeld). De keuze viel op Café Batavia 1920, waar niet lang geleden nog een toernooitje is gehouden om aanstormend talent de kans te geven een meesternorm te halen. Het knusse binnenzaaltje achterin bevatte exact acht tafels, waarvan er echter vier net buiten het daglicht dat door de ramen viel stonden. Dit gaf aanleiding tot interessante bespiegelingen:

Maarten (tegen André): De zwartspelers zijn in het donker in het voordeel.
André: Die zwarte stukken verdwijnen anders wel tegen de achtergrond van de donkere velden.
Maarten: Ja, maar een schaker weet de positie van zijn eigen stukken net een beetje beter.

Het was de eerste keer dat de mensen van Caïssa daar speelden, dus van enig voordeel was uiteindelijk niets te merken, getuige de resultaten aan de laagste borden. Integendeel, de matchredder zat aan het laatste bord.
Hoewel ze hadden verloren met grote cijfers van DSC 2, onderschatte ik de tegenstander zeker niet. Op papier ongeveer gelijkwaardige teams zijn doorgaans de lastigste om te verslaan. Bovendien moesten we het doen zonder William (nog niet helemaal hersteld) en Bastiaan (aan het werk in Dubai). Vervangers werden gevonden in Melchior, die ik al in een vroeg stadium probeerde vast te leggen vanwege het belang van deze wedstrijd, en TonBo, die daags er voor was verjaard en 's avonds nog een feestje had ter gelegenheid daarvan. Desondanks kon ik van zijn diensten gebruik maken. Gelukkig maar, zoals bleek, want anders had ik zelf moeten spelen en dan was het waarschijnlijk allemaal anders verlopen.

Het begon veelbelovend. Alle spelers hadden optisch al snel prettige ruimte op het bord, met uitzondering van Melchior, maar daar maak ik me nooit zorgen om, want hij speelt graag exotische openingen met potentieel sterk flankspel. Maarten en Hans leken beiden een puike stelling te hebben bereikt. Bij Maarten was nog niet veel aan de hand verder, maar Hans zat met een geïsoleerde dubbelpion, berekend zoals later bleek. Mike stond ook al niet beroerd en aan de andere borden was het ongeveer gelijk. Het enige zorgenkindje was nog even Sander, die een aansluiting met de trein had gemist omdat hij een kaartje vanaf Schiphol moest kopen (abonnement gold niet verder) en hij begon met een half uur achterstand.
Na een tweetal uur spelen begon er meer tekening in de strijd te komen. Ton stond met zijn rug tegen de muur en kon zich daardoor gemakkelijker verdedigen, zoals hij het zelf uitdrukte. Sander moest verdedigende zetten gaan bedenken, want zijn tegenstander bleek van het agressieve type (op het bord dan, want het was een rustige man, zoals wel vaker bij spelers met een agressieve stijl). Melchior had zich inmiddels meer ruimte weten te verschaffen en zocht naar het beste plan. Bij Mike leek het er op dat hij deze keer wel een potje ging breken, maar Maarten had twee pionnen geïnvesteerd voor onduidelijke aanval. Ik maakte me daar toch al een beetje zorgen. Hans had het initiatief naar zich toe weten te trekken en maakte handig gebruik van een zwakke witte loper. Bij Tjomme waren stukken geruild en hij zocht naar een weg om de overhand te krijgen. Een vrije d-pion moest daarbij helpen, maar zijn koning stond nog niet veilig en een loper kon daardoor zijn werk niet voldoende doen. Marco had een vrijwel dichtgeschoven stelling en leek in een loopgravenoorlog aan te sturen op remise.
De schaker met het meeste geduld zou Hans worden, want hij overspeelde zijn tegenstander en zou de rest van de wedstrijd moeten wachten tot iedereen klaar was. Om de gastheren niet te veel tegen de haren in te strijken, want het blijft een vriendelijke jongen, liet Mike zich op de damevleugel oprollen en was het weer gelijk.

André (tegen Maarten en Sander): We hebben er een 1800-speler bij.
Maarten: Oh ja, hoe heet-ie?
André: Mike Hoogland.

Ton bleef zich stug verdedigen, maar Sander kwam er niet uit. Zijn tegenstander had te veel mobiliteit en hield druk op de ketel. De strijd bij Maarten werd met elke zet onduidelijker en het viel te vrezen dat zijn ongeslagen status nu echt op het punt stond tot het verleden te gaan behoren. Tjomme peinsde verder en kreeg een vrije b-pion. Dat beloofde een interessant eindspel te gaan worden. Met een fraaie pion-opstoot brak Melchior de koningsvleugel van zijn opponent open en hoewel deze op de andere vleugel aanviel, hield onze man het hoofd koel en sprokkelde met zijn paard de pionnen bijeen. De tegenstander van Marco liet zich niet verleiden tot een geheel dichtschuiven van de stelling en viel aan over de h-lijn, daarbij gebruik makend van de lastige positie van de zwarte koning. Na een mindere zet van zijn opponent bood Ton remise aan, wat na overleg met de teamleider werd aanvaard.
Melchior kreeg een remiseaanbod, terwijl ik naast zijn bord stond te kijken:

Melchior: Doen we remise, André?
André: Liever niet.
Melchior: Voilá!

Hij speelde door en een handvol zetten later was de winst een feit.
Marco werd intussen gedwongen om zijn dame voor toren en loper te geven en het ergste werd gevreesd. Maar hij bleef stug door zoeken naar tegenspel en zette zijn torens op de nu open h-lijn. En kort na de winst van Melchior wist hij de winst te pakken, een onverwachte meevaller die heel belangrijk bleek te zijn. Want aan de andere borden was het allemaal niet zo duidelijk.
Maar toen bleek Maarten toch nog over voldoende reserves te beschikken om de zaak in evenwicht te houden en was het eerste matchpunt binnen. Helaas had Sander inmiddels een stuk ingeboet en speelde met een pion tegen een paard achter. Na nog even tegenstribbelen moest hij het opgeven.
Tjomme speelde de partij van de dag, want hij haalde als enige de eerste tijdcontrole en wel in een paardeindspel met drie pionnen elk, waarbij zijn tegenstander de meeste ruimte had. Een zeer tactisch eindspel waarbij tellen het allerbelangrijkst is. Tjomme moest er alles voor geven en het duurde nog anderhalf uur, maar toen was ook alle spel er uit en restte de tegenstander niets anders dan te berusten in remise. Daarmee was onze overwinning een feit.

Na een geslaagd bezoek aan een Argentijns restaurantje in de Warmoesstraat werden in de trein nog even de uitslagen nagekeken: Tal/DCG 2 en BSG 2 hadden beide verloren tegen respectievelijk Philidor Leiden en DSC 2. Bovendien morsten Kennemer Combinatie 3 en Leiderdorp (onze tegenstander in de laatste ronde) een matchpunt tegen elkaar, waardoor we uitzicht hebben op een mogelijk zesde en misschien wel vijfde plaats.
Maar het allermooiste is: SHTV 1 mag voor een vierde seizoen in de KNSB-competitie gaan spelen!

Caïssa 5 (1982)                        SHTV 1 (1959)                  3½-4½
Eric Coppoolse (-)                     Ton Bodaan (1891)               ½-½
Angelo Spiler (2028)                   Sander Pauw (2047)              1-0
Olaf Ephraim (1986)                    Melchior Vesters (1974)         0-1
Kees Sterrenburg (1998)                Mike Hoogland (1979)            1-0
Martijn Miedema (1970)                 Maarten Stolte (2043)           ½-½
Ridens Bolhuis (2032)                  Hans Segers (1929)              0-1
Herre Trujillo (1910)                  Tjomme Klop (1956)              ½-½
Sander Tigelaar (1949)                 Marco van Straaten (1851)       0-1