SHTV 2 - DD 3

In de vijfde ronde stond de confrontatie met DD 3 op het programma. Een sleutelwedstrijd voor beiden in de strijd tegen degradatie. DD nog zonder punten moet winnen, wij mogen niet verliezen.

 

Eduard trof met de witte stukken op bord 4 de DD-er met de hoogste rating, Jan Joost Lindner. Als een duivel  kwam Eduard uit de startblokken tegen een ongebruikelijke variant met een vroeg Dd7 welke Tigran Petrosian in zijn beste tijd weleens speelde. Tot nu toe had Eduard geen gelukkig seizoen, dit werd zijn eerste volle punt en het stond al vroeg op het formulier.

Op bord 2 ging ook Maarten met de witte stukken fel van leer en trof eveneens een variant van een vroeg Dd7 in een geheel andere opening. Helaas wist Pieter Smeele alles te verdedigen en trok de stand weer gelijk.

Omdat DD de vorige ronde tegen RSC Belgisch Park de spelers aan de hoogste en laagste vier borden hadden verwisseld leek het me een goed idee om Justus op bord 1 het spits te laten afbijten. DD had nu gekozen om alleen met de eerste vier borden te rouleren, wat misschien meer te maken had met kleur voorkeur. Zou me niets verbazen Alexander Münninghoff liever met wit speelt.

 [White " Alexander Münninghoff "]
[Black "Justus van Klaveren "]
[Result "1/2-1/2"]
[SetUp "1"]
[FEN "2rr2k1/pp2qpp1/1n2p2p/2b1P3/2PN2Q1/P2B2P1/3R1P1P/B5K1 w - - 0 25"]

{Met gebruikelijk optimisme had de witspeler een kwaliteit geïnvesteerd.} 25.
Qe4 g6 26. h4 Bxd4 27. Bxd4 Nxc4 28. Rd1 Qd7 29. Bc3 Qd5 30. Qf4 Nxa3 {
lijkt materialistisch maar is wel de beste zet} 31. Qxh6 Rxc3 {
deze loper deed niet veel.} ({Veel beter is daarom} 31... Qf3 {
alles hangt en het voorkomt de volgende zet want} 32. Bxg6 $2 Rxd1+ 33. Kh2
Rh1 {is mat}) 32. Bxg6 {Justus dacht bij deze afwikkeling nauwelijks na} Qxd1+
$2 ({Direct winnend is} 32... Rxg3+ $1 33. fxg3 {enige  zet} Qxd1+ 34. Kg2 {
schaak met de toren leidt tot mat, maar na} Qd2+ {
kan iedere spelere uit het vierde het ook afronden :-)}) 33. Kh2 Qf3 $2 {
van de vijf zetten die mat voorkomen is dit de slechtste, de andere vier
leiden tot eeuwigschaak} 34. Bh7+ Kh8 35. Bg6+ ({Nog een geluk dat Alexander
(zoals hij zelf schreef) met twee torens minder zo opgetogen was dat zijn
schwindel gelukt was, dat hij niet even verder keek dan zijn domme neus langs
was.   Pas later, thuisgekomen, merkte hij dat hij vrij eenvoudig had kunnen
winnen met} 35. Be4+ Kg8 36. Qg5+ {dit lijkt me nog sterker dan het slaan van
de dame zoals AM op dd1852.nl aangeeft} Kf8 37. Qxd8+ Kg7 38. Bxf3 Rxf3 39.
Kg2) 1/2-1/2

Eén van beide spelers had meer kunnen bereiken met 5 seconden denken dan anderen met 95 minuten.
Rik viel op bord 7 in en moest met de zwart zich verdedigen een ambitieuze aanval van Marko de Waard waarbij veel witte pionnen naar voren werden gedirigeerd. Het laatste wat ik zag was dat alle pionnen in elkaar geschoven waren, zodat het me niets verbaasde dat het op remise was uitgelopen.
Gert Jan op bord 5 speelde met de zwarte stukken tegen een geïsoleerde damepion van Marc van Iersel. Het dynamische evenwicht werd verbroken toen wit onnodig de pion weggaf. De rest was techniek en opnieuw een voorsprong een feit.
Tegen Lothar van der Sluijs speelde ik met de wit een partij die eerst draaide om het zwakke veld d5. Een verkeerde inschatting koste me twee pionnen. Gelukkig had ik weinig maar duidelijk meer tijd dan mijn tegenstander, die me veiligheidshalve remise aanbood. Overbodig te vermelden dat ik dit aannam.
De stand was 3½- 2½ in ons voordeel, maar op resterende twee borden hadden we minder dan een minuut en de DD-ers nog meer dan een kwartier.
William trof met de zwarte stukken invaller Stefan Boeters, die met 3 uit 4 en nog ongeslagen status op het eerste bord in de eerste klasse zeker geen verzwakking voor DD 3 betekende. Naast het gevecht met de klok was de zwarte stelling aan het instorten en weldra stond het gelijk, 3½-3½.
Alles hing nu af van Ben op bord 8 af. Met wit speelde hij aanvankelijk wat vlotter dan anders of hield tenminste gelijke tred met zijn tegenstander Reinhard Henn. Doch na 25 zetten mocht Meile de notatie van Ben overnemen. Ruim 4 minuten en 20 zetten later hebben we de volgende stand.
Ben heeft net getripleerd en zwart pakt zijn toren en houdt die vervolgens op e6 vast. Ik denk nog: “Hij ziet het”, maar dan laat hij los.

 [White "Ben Spierings"]
[Black "Reinhard Henn"]
 [SetUp "1"]
[FEN "4r1k1/3b3p/4rqpP/3p1p2/2pP1P2/1pP1P1R1/1P1K2Q1/1B4R1 w - - 0 45"]

{Na enig denken speelt Ben} 45. Qxd5 {en drukt met 26 seconden de klok in} *

Vervolgens ziet de zwartspeler wat hij heeft aangericht. Nog niet zo heel lang geleden (april 2016) speelde DD3 tegen SHTV 1. Dezelfde speler verloor destijds de beslissende laatste partij op bord 1 tegen Erik van der Raaf die enkel op increment speelde. Herhaald de geschiedenis zich?
Ondertussen ook vertwijfeling bij Ben. Wat is de stand? Voor de winst gaan of niet? Het speelt makkelijker als je geen keus hebt. Dan is het devies blijven staan en wachten op de dingen die komen gaan. Een zet eerder was ik blij geweest met een remise. Ik besluit daaraan vast te houden en geef Ben toestemming om remise aan te bieden. “Ik ga nog een tweede pion winnen” oppert hij nog. Gelukkig mag ik me als teamleider niet baseren op de stelling, dus blijf ik bij mijn uitspraak. Ben neemt weer plaats met naar ik aanneem het voornemen om op de volgende zet remise aan te bieden. Na een paar minuten denken wordt er een hand uitgestoken. Nu ben ik in verwarring. Heeft er iemand remise aangeboden? Dan zie ik Ben 1-0 opschrijven.
Achteraf zegt Ben dat hij wilde wachten op wat zwart zou doen na 46.Dxc4, want zwart heeft nog wat op te lossen. Toch had ik verwacht dat de DD-er zou doorspelen, omdat DD moest winnen.

SHTV 21855-DD 31874-
1Justus van Klaveren1744-Alexander Münninghoff1928½-½
2Maarten Stolte2046-Pieter Smeele19230-1
3William van Zanten2009-Stefan Boeters18210-1
4Eduard van Dijk2007-Jan Joost Lindner20681-0
5Gert Jan Willighagen1867-Marc van Iersel18401-0
6Karl Baak1730-Lothar van der Sluijs1811½-½
7Rik Pronk1812-Marko de Waard1804½-½
8Ben Spierings1627-Reinhard Henn17991-0