Verloren tijd

I want a refund. Voor eenieder die zich af vraagt waar dit over gaat: het was maar goed dat u zaterdag 12 maart niet bent gekomen om uw clubgenoten van SHTV 1 aan te moedigen. Jongens en mannen ter plekke gingen gebroken en geknakt huiswaarts, nog des te meer alleen dan zij ’s morgens op pad togen. Oftewel: het was K, niemand heeft een leuke dag gehad, en nu moet er uitgehuild worden. Onze goede vriend Jarvis Cocker vertolkt ons gevoel in Monday Morning, zodat we, met vochtige oogjes, desalniettemin gesteund zijn om dit stukje te schrijven of lezen.

O amateurs, medekrukken, stelletje blinden: we kunnen met elkaar door het leven zolang lief en leed evenredig worden verdeeld. Maar tegen het absurde moeten we in het geweer komen. SHTV 1, het vlaggenschip, vermaard om zijn rationaliteit, spiritueel evenwicht en mannen van stavast, is dit seizoen gedoemd keer op keer ten onder te gaan tegen teams vol van gebrekkige, misleide, inspiratieloze clochards. Dit intens maar relatief onbeduidend leed moet juist hierom eens meeslepend worden beschreven. Open uw hart voor het menselijk drama dat zich in de laatste wedstrijd voltrok.

Aanvang: teamleider Tjomme had ons lang van tevoren gemaild. In zijn planning zit standaard enige speling, zodat wij in theorie tijd hebben voor een modern saamhorigheidsritueel (koffie/thee). In theorie. In de praktijk heeft de captain te maken met lamzakken, in wie zelfs zijn gereformeerde spreuken nog geen plichtsgevoel aanwakkeren. Maar als geconditioneerde dieren hebben wij wel respect en ontzag voor de autoriteit van wedstrijdleider Ton Vissers. De wedstrijd begon derhalve toch met volledige en gesloten linies. En met resultaat: hoewel enkele van onze borden in complexe openingen wat passief stonden, groef iedereen zich goed in.

Op bord 1 speelde dit keer Sander (zwart), terwijl ik op bord 3 speelde. Een tactische opstelling? Nee, een kwestie van niveau. Sander had vorige keer wedstrijd al aangetoond uit zijn vormcrisis te zijn, terwijl bij mij inmiddels ernstig de klad erin zit. Hierom had Sander zich voorbereid om de positioneel sterke John Leer te bestrijden. Die man neutraliseerde Sanders voorbereiding echter op de meest efficiënte wijze: hij kwam niet. Aldus moest Sander improviseren tegen een ook niet kinderachtige tegenstander.

De witspeler speelde volgens mij een eigen systeem in een damepionopening, met enkele subtiele zetten. Het resultaat was, nog voor het eind van de opening, een atypische stelling. Wit ging onvermijdelijk een kwal winnen, maar Sander had ontwikkelingsvoorsprong. Of dit allemaal zo gepland was weet ik niet, maar in de partij bleek Sanders activiteit beslissend. Het is zijn tweede mooie overwinning op rij.

Intussen had ik al voor het eerste resultaat gezorgd, met mijn derde remise op rij. In de vorige thuiswedstrijd werd mijn spel al bekritiseerd; dit keer des te erger, en terecht. Opnieuw krijg ik strategische troeven in handen en een ruime voorsprong op de klok, en laat ik het razendsnel verzanden. Mijn tweede verpeste squeeze. Of eigenlijk de derde, want in de vorige wedstrijd tegen de Waagtoren overspeelde ik mijn tegenstander wel volledig, maar rondde ik zo belabberd af dat Tjomme in zijn verslag wijselijk volstond met “Melchior stuurde op remise aan.” Een fragment:

Borst-Vesters (stelling na 15. Pe4: wit Kg1, Ta1, Te1, Lc1, Lf3, Pe4, a2, b2, c3, d4, f2, g2, h3; zwart Kg8, Ta8, Te8, Lg7, Pd7, Pf6, b6, b7, c6, e7, f7, g6, h7)

 

In deze stelling staat zwart al iets beter. Wit kreeg in de opening het loperpaar, maar Lf3 bijt op beton. Zwart heeft echter op lange termijn goede velden voor zijn extra paard. Het juiste plan is een stel paarden ruilen, wits breekzet d5 blijven verhinderen door …e6 te doen, en het eigen paard goed neerzetten met …b5, …Pb6-Pc4. Daarna heeft zwart een prettig voordeeltje in activiteit, wat hij zal proberen om te zetten in een gunstig eindspel (bijv. met gelijke, zwartveldige lopers, want zwarts loper is beter). Ik wil niet zeggen dat zwart gaat winnen, maar het speelt wel een stuk prettiger. Met het oog op de klokstand, ongeveer 1:15 tegen 0:45, zou zwart goede praktische kansen hebben.

Dan nu in het kader ‘goed plan, slechte uitvoering’: 15. …b5? Gezien het partijvervolg is beter 15. …Pd5!, en dan …b5, …h6 en …P5f6!, zodat zwart onder betere omstandigheden paarden ruilt. 16.Pxf6+ Pxf6 (16. …Lxf6 17.d5! vond ik te onduidelijk) 17.Lg5! e6 18.Lxf6 Lxf6 en het is al potremise. Volstrekt idioot dat ik dit toesta, terwijl ik dit nota bene had gezien en juist beoordeeld had toen ik tot 15. …b5? besloot.

Kwestie van een slechte dag? Nee, gelukkig zijn er in dit soort gevallen de heren Bodaan en Willighagen die mij doen inzien dat de algehele standaard van mijn spel simpelweg ontoereikend is. Dank.

Toch leken wij de wedstrijd naar ons toe te trekken, want Maarten gebruikte zijn forse tijdvoorsprong wel om druk op zijn tegenstander te zetten. Met wit leken zijn manoeuvres in een open Siciliaan vrij standaard, maar blijkbaar bakte de tegenstander er niets van. Ik zag Maarten f5 doorschuiven, voorbode voor een beslissende aanval op de rokadestelling. Zwart moet kunnen counteren in het centrum, en hoewel ik de finish niet heb gezien, vermoed ik dat dit onvoldoende is gelukt.

Dus de stand was al 2,5 – 0,5 met bovendien nog enkele goede stellingen. Ton stond in de opening even minder, maar zijn jonge tegenstander profiteerde niet van de mogelijkheid een langetermijnvoordeel te pakken. Logisch, jeugdtalenten snappen in de regel nog niets van statische elementen en potentieel op lange termijn. Ton echter wel, en zodoende ruilde hij de juiste stukken af om een zeer prettige stelling te krijgen. De tegenstander kon weinig en Ton kon een breekzet voorbereiden. Meestal heb je na die zet dan beslissend voordeel in activiteit. Van Ton begreep ik dat het ook even gewonnen was, en daarna natuurlijk nog remise. Maar wat een stappenkind ontbeert qua strategisch inzicht, compenseert het met het herkennen van matbeelden. Dus banaal maar waar, Ton ging mat. Ook ik sta hier met mijn mond vol tanden…

Het noodlot begon zich nu op meer borden te voltrekken. Mike had al in de opening een strategisch solide stelling gekregen, maar de vraag was of het meer was dan remise. Waarschijnlijk niet, tot Mike op de beruchte 40e zet de partij beëindigde – in het voordeel van zijn tegenstander. Dat was even slikken, zeker als je dan ook nog het ‘begrip’ (spot) van ondergetekende over je heen krijgt. Mike produceerde heel therapeutisch een ander inmiddels klassiek ‘Hooglandje’ door zijn bier naar mij om te stoten, en mij vervolgens even flink te stampen. Op het bord, dat dan nog wel.

De stand was dus weer gelijk en werd nog 3-3 door een remise van Stijn. Hij won in de opening een pion, maar de tegenstander kreeg enige druk op de koningsstelling van Stijn. Uiteindelijk resulteerde een eindspel van torens en ongelijke lopers, met vrijpionnen voor beide partijen. Remise bleek hier de juiste uitslag. Hiermee bereikt Stijn het licht aan het eind van de tunnel (lees een ‘eierenrek’ in het midden van het seizoen).

En dan Hans. Zijn tegenstander speelde een afwachtende opening, maar stond wel solide. Toen de stelling wat werd geopend leek Hans dan ook niet veel te hebben. Maar de tegenstander ging veel tijd verbruiken, wat erop wees dat Hans toch druk had. De verwikkelingen heb ik niet meegekregen, maar Hans wist een eindspel met kwal meer te bereiken, en bouwt een straal gewonnen stelling op. Maar net als Maarten in de vorige ronde… het fatum: toren wegblunderen en Schluss. We voelen ook jouw pijn, Hans.

Tot slot, onze captain Tjomme. Hij schoof geen remise, blunderde ook niet onder druk, maar bleef werken om onder de druk van zijn tegenstander uit te komen. Na de tijdscontrole kreeg hij eindelijk het centrum in handen, en leken zijn stukken beter te staan. Sommigen spraken al van een kwestie van uitschuiven. Een dergelijke oerdegelijke overwinning zou echter niet in harmonie zijn met de andere gebeurtenissen op deze zaterdag: een waar kapitein gaat immers met het schip ten onder.

Over het karakter van onze leider mag geen twijfel bestaan: het is voor dit soort mannen dat Walt Whitman ‘Oh captain, my captain’ schreef. Tjomme bepaalde de eindstand op 3-5 en verdient hiervoor ieders achting. Ik voor mij, ik zal hem volgen, al is het tot de 3e klasse onderbond, een dinsdagavond in het Westland, tweehoog achterin.

Dat was zaterdag, toen wij dus weer geslagen werden. Een apocalyptisch scenario voltrekt zich, maar laat dit ons niet van slag brengen: It’s all good (Bob Dylan). Als wij al onze wedstrijden door het fatum verliezen, moeten wij dit omarmen. Wie zei dat ook weer, en hoe liep het met diegene af? Laten wij ons daar nu niet om bekommeren, we hebben ons eigen verdriet. We huilen verder, maar voelen ons juist daar goed bij.