Derde door op Scheveningen

Nadat het tweede team vier dagen eerder klop had gekregen van het eerste team van de vereniging uit Scheveningen [verslag in volgend nummer - red.], stond het derde voor de taak om hetzelfde lot te voorkomen tegen hun tweede team. Daar kwam nog bij dat zes van de acht teams in klasse 2A na twee ronden gelijk stonden in matchpunten en daarvan waren er inmiddels drie die een tweede keer hadden gewonnen. Met het oog op een kampioenschap moest er dus gewonnen worden; met op alle borden een surplus aan ratingpunten zou dat toch moeten kunnen, zou je zeggen. Maar het werd toch nog een beetje spannend.

Als waarnemend teamleider, het grote voordeel met een selectie van negen spelers, zag ik Theo al heel snel een goede stelling op- en uitbouwen. Hij richtte al zijn geschut op de zwarte koningsstelling en overdonderde zijn tegenstander daar zo mee dat die zijn verdediging niet meer optimaal wist te voeren. En daarmee was het eerste punt binnen.

De volgende die met succes zijn partij afrondde was Piet. Hij speelde tegen de nog ratingloze Roemeense aanwinst van de gastheren, een zoon van twee schakers, die bij het Pomartoernooi onze secretaris nog alle hoeken van het bord had laten zien. Er kwam een interessante openingsstelling op het bord waarin het van belang was hoe pionnen geruild moesten worden. Piet was daar het handigst in en kwam twee pionnen voor te staan. Nadat de rookwolken waren opgetrokken hanteerde hij zijn soldaten in een dubbel toreneindspel zo vaardig dat zijn voorsprong nog opliep tot drie pionnen. Dat was te veel van het goede voor de zwartspeler, die opgaf.

Jan van Delden kwam lekker uit de opening en stelde zijn tegenstander voor de nodige problemen. Een zwarte loper stond buitenspel en de koningsstelling ging open. Door allerlei tactische grapjes in de stelling te breien won Jan steeds meer terrein en rustig verhoogde hij de druk met loper, dame en twee torens. Er was geen houden meer aan en het derde punt was binnen.

De andere Jan zat naast hem en kreeg al in de opening een pion cadeau. Het betekende wel dat hij zorgvuldig moest blijven spelen, want de witspeler kreeg wel de kans om zijn stukken soms met tempowinst te ontwikkelen. Jan bleef echter opletten en na wat stukkenruil won hij nog een tweede pion. Kat in het bakkie, dacht ik al. Te vroeg gejuicht, want Jan liet zijn paard ruilen tegen de witvelderige loper en liet zich verleiden tot een pionzet, waardoor de zwarte velden ineens aan alle kanten zwak werden. Hij wist nog af te wikkelen naar een eindspel met toren en loper tegen een dame, maar wit had ook nog een pion extra, zette de koningsvleugel vast en drukte met vrijpionnen op de a- en e-lijn door. Toen hij in opperste tijdnood ook nog zijn toren verspeelde, vond Jan het wel mooi geweest.

Olav kwam moeizaam uit de opening en ik vreesde al snel voor zijn hagje. Maar met nog veel materiaal op het bord zette hij zich schrap en manoeuvreerde zijn stukken in betere posities. Een grootscheepse ruil leidde er toe dat hij drie verbonden vrijpionnen op de damevleugel wist te krijgen. Er werd nog meer geruild en toen restte een paardeindspel met een vrije a- en d-pion en de koningen in het centrum. Wit kon zijn stelling niet houden en moest capituleren.

Met vier punten binnen begon het er nu goed uit te zien, want Ed had al een remiseaanbod mogen doen. Dat werd afgeslagen wegens de stand in de wedstrijd, maar de hele partij had er van beide kanten zeer solide uitgezien, met één open lijn waar alle activiteit op plaatsvond. Beide spelers waren vanaf het begin positioneel bezig en toen uiteindelijk een paardeindspel met gelijk aantal pionnen overbleef, kwamen ze toch de felbegeerde remise overeen.

Met de buit binnen waren alleen Ben en Geurt Jan nog bezig. Ben, ‘s morgens nog koortsig geweest, speelde een regelmatige, tactische partij waarin hij aanstuurde op een eindspel met een vrije d-pion. De zwartspeler pareerde echter alle dreigingen en derhalve werd de vrede getekend.

Geurt Jan had ook al een rustige partij, waarin hij een iets betere stelling wist op te bouwen. De witte stukken werkten in ieder geval niet supergoed samen, maar door veel pionnen op het bord te houden werd het toch een partij voor mensen met zitvlees. Om meer te bereiken zette Geurt Jan een koningsaanval op, drukte zijn f-pion door naar f3 en offerde ook een paard op h3. Wit had echter nog een damezet achter de hand die alle gaten dichtte en terwijl de seconden wegtikten voor onze man, offerde wit een paard terug. De zwarte koning werd opgejaagd en met de vlag bijna op vallen gaf Geurt Jan gelaten zijn partij op.

Ondanks de teleurstelling die beide verliezers ongetwijfeld hebben gevoeld, heeft het team gedaan wat er moest gebeuren. De volgende wedstrijd is op 14 februari thuis tegen Rijswijk 3, waarmee we precies gelijk staan. We gaan dan opnieuw geen (Valentijn-)cadeautjes geven natuurlijk.

RSC-Belgisch Park 2 (1599)            SHTV 3 (1724)                         3-5
Floris de Leeuwe (1682)               Ben Spierings (1759)                  ½-½
Dennis Wareman (1772)                 Olav van Leeuwen (1840)               0-1
Gerard van der Zijden (1711)          Theo Bovenlander (1765)               0-1
Jan Wuister (1674)                    Ed Olvers (1735)                      ½-½
Razvan Ioan (-)                       Piet Sikkes (1694)                    0-1
Martin van Velzen (1577)              Jan Verheijen (1693)                  1-0
Martin de Groot (1520)                Jan van Delden (1629)                 0-1
Han Feenstra (1256)                   Geurt Jan van der Meiden (1677)       1-0