Derde wordt derde

[White "Ben Spierings (1719)"]
[Black "Hielke Kuipers (1718)"]
[Result "0-1"]
1.d4 Nf6 2.c4 e5 {Het Boedapester gambiet.} 3.dxe5 Ng4 4.e4 {Andere voortzettingen als Pf3 en Lf4 komen vaker op het bord.}  4...Nxe5 5.f4 Ng6 6.Nf3 Bc5 7.f5 Ne7 8.Nc3 d6 9.Bg5 f6 10.Bh4 Nd7 11.Be2 b6 12.Nd4 {Het paard dreigt naar e6 te springen en blokkeert de baan van de zwarte loper, zodat wit kan rokeren.} 12...Ne5 13.Bh5+ g6 14.Bxf6 {Door de aanval op de toren, kan zwart nog niet goed de loper op h5 slaan, ook al omdat wit dan met de dame met schaak terugslaat.}  14...Rf8 15.Nd5 Rxf6 16.Nxf6+ Kf7 17.fxg6+ hxg6 {Zwart kan het schaak ook opheffen door met de koning het paard te slaan. Wit kan dan wel gebruik maken van de open f-lijn, maar moet de compensatie dan wel bewijzen.} (17....Kxf6 18.0-0+ Kg7 19.b4 Bxb4 20.gxh7 Kxh7) 18.Rf1 Kg7 19.Nc2 Nf5 20.exf5 Qxf6 21.Bxg6 Bb7 22.Qe2 Ba6 23.Rf4 Nxg6 {Zwart rekent zich rijk, maar wit kan het materiaal door een penning terugwinnen.}  24.Qg4 Qe5+ {Deze dubbele aanval op toren en koning oogt heel sterk, maar is feitelijk de "verliezende" zet.} 25.Re4 Qxb2 26.Qxg6+ Kf8 27.Qh6+ {Ik leef van het increment van 10 seconden per zet en moet snel beslissen. Als ik de pion op speel dan dreig ik mat, maar ik zag niet zo snel of de tegenstander eeuwig schaak had of wellicht zelfs mat. In de analyse zie ik dat dit wel beslissend was geweest, maar ik koos in de haast toch maar veilig om dameruil te forceren en een winnend eindspel op het bord krijgen.} (27.f6 Qc3+ 28.Kd1 Qd3+ 29.Kc1 Ba3+ 30.Nxa3 Qxa3+ 31.Kc2 Qa4+ 32.Kd3 Qa3+ 33.Ke2 Qb2+ 34.Kf3 Qc3+ 35.Kg4 Bc8+ 36.Kh4) 27...Qg7 28.Qxg7+ Kxg7 29.0-0-0 Kf6 30.g4 Rh8 31.Re6+ Kg5 32.Rg6+ Kf4 33.Rf1+ Ke4 34.Re6+ Kd3 35.Rf3+ (35.f6 Rxh2 36.Rf3+ Kxc4 37.f7) 35...Kxc4 36.Re4+ Kd5 37.Re7 Rxh2 38.f6 Bd4 39.Nxd4 Kxd4 40.f7 Rh1+ 41.Kc2 Rh2+ 42.Kd1 {Ik begin mij hier af te vragen of ik moet berusten in remise, omdat ik niet zie hoe ik er uit loop. De gemiste vluchtroute gaat via veld b1.} (42.Kb1 Rh1+ 43.Kb2 Rh2+ 44.Ka3 Bc4 45.Rf4+ Kd3 46.Rxc4 Kxc4 47.Rxc7+ Kd3 48.f8Q) 42...Rh1+ 43.Kc2 Rh2+ 44.Kb3 {Ik kan niet meer helder nadenken in tijdnood en door mijn koppigheid wil ik geen remise door zetherhaling (schaakjes op de onderste twee rijen) en zet mijn koning dus maar op de derde rij, terwijl ik wederom de route via b1 mis. Bij het loslaten op b3 zie ik het matnet al uitgegooid worden.} (44.Kb1) {is nog steeds mogelijk.} 44...Bc4+ 45.Ka3 Rxa2+ 46.Kb4 c5# {Een pijnlijk einde van een spannende partij waarin ik mezelf ernstig tekort doe.  De tegenstander daarentegen heeft goed gevochten voor zijn kans op een half punt en kreeg zelfs een heel punt.} 0-1

2½-2½ gelijk en om nog kampioen te kunnen worden moeten de drie resterende partijen gewonnen worden. Gezien de stellingen een kansloze missie, maar als teamleider blijf je hopen natuurlijk. Theo Dekker heeft gevochten als een leeuw. Met oerdegelijk spel bleef hij overeind en was remise een terechte uitslag aan dit bord. De kampioenskansen waren weliswaar verdwenen, maar deze teamwedstrijd was nog niet gespeeld. Meile Tamminga speelde een goeie partij op het topbord. De strijd ging redelijk gelijk op, maar er kwam een pionneneindspel op het bord, waarin Meile aan het kortste eind trok.
Tenslotte bracht Ed Olvers de zwaarbevochten 4-4 op het scorebord. Hij had duidelijk de touwtjes in handen en kon in het eindspel een pion richting het promotieveld geleiden.

Daarmee was Promotie 3 kampioen geworden, hadden we DSC 5 achter ons gelaten, maar kwam DD 5 nog op bordpunten over ons heen. Al met al een hele nette derde plaats en ruimschootse handhaving in de 1e klasse. Misschien was deze doelstelling vooraf wat te bescheiden geweest. Dank aan alle spelers en invallers (6 personen waren bij elkaar goed voor 11 invalbeurten) voor hun inzet. Volgend seizoen weer nieuwe schaakkansen!