SHTV 3 - Schaakhuis 2

door Aleksander Henke

Soms zijn externe teamwedstrijden degelijk en rustig waar niets onverwachts gebeurt, maar soms loopt zo een avond anders dan verwacht. Andre als wedstrijdleider klonk streng, met zijn opmerking: "telefoons moeten stil zijn, trillen mag, maar als ik ook maar een biepje hoor, dan is de partij verloren", dus heb ik mijn telefoon maar uitgezet, want ik wilde niets aan het toeval overlaten, ik wilde graag dat ons team zou winnen.

Omdat wij de afgelopen twee wedstrijden gewonnen hadden stonden we koploper in onze klasse. En als je koploper bent waan je jezelf al kampioen, maar wie zich te veel verheugd kan behoorlijk teleurgesteld worden. en toen de avond vorderde voelde ik mij ook steeds ongemakkelijker voelen.

Mijn eigen tegenstander kwam helaas niet opdagen. Hij had laten weten dat een vriend van hem net was omgekomen bij een verkeersongeval en hij op weg was naar de echtgenote om troost te bieden. Wrang om zo een punt te krijgen, maar ik kon er niets aan doen.

Aan het laatste bord, bord acht, zat Rene, die hiervoor al twee keer goed had gespeeld en had gewonnen. Mijn verwachtingen waren dus hoog, dat hij weer zou scoren. De opening en vlak erna ging gelijk op. Na een half uurtje spelen kwam ik weer kijken aan zijn bord en ik snapte niets van wat ik zag. Rene had een dame minder bij een verloren stelling, een paard als enige schamele compensatie. Ik keek nog goed of zijn dame toch ergens verstopt was tussen de andere stukken, maar nee, hij was z'n dame echt kwijt. Hij ploeterde nog een lange tijd door, maar het was duidelijk. Zijn tegenstander keek hem ook de hele tijd medelijdend en verwonderd aan en je zag hem denken: "wat ben je nou aan het doen, geef nou op, je bent al dood". Na afloop, aan de bar vroeg ik hem nog twee keer wat er nou was gebeurd. Maar het enige wat hij hoofdschuddend kon uitbrengen was:" Ik snap het zelf ook niet", een vlag van verstandsverbijstering misschien vroeg ik hem, "ja" was het antwoord en ik liet hem maar alleen met z'n bier. Een punt voor Schaakhuis, met 1-1 als tussenstand.

Piet zat aan het zevende bord, en leek alleen verdedigend te spelen, hij probeerde alle plannen van zijn tegenstander te verijdelen met pionnen op a5,c5,f5(een gatenkaas dus) en met zijn koning die het hele spel in het midden bleef staan. Ja dan wordt het moeilijk winnen. Zijn stelling bevatte geen aanvalsmogelijkheden, maar zijn tegenstander deed het volgens de standaardprocedure die sinds Napoleon bekend is. Aanvalsstukken(twee paarden en een loper) naar de gaten in Piet's stelling, twee torens naar de middenlijnen tegenover de koning, een dame die vanuit de achterhoede op c2 staat te loeren en dan gewoon naar voren aanvallen, zonder na te denken of te rekenen, gewoon naar voren,succes is gegarandeerd. Piet offerde nog een toren tegen een paard, maar het hielp niet. Dat was het tweede verliespunt voor ons. 2-1 voor schaakhuis

Op het zesde bord zat kleine Koos, die mocht invallen. Het is altijd leuk om een klein jochie te zien spelen tegen een gewichtige meneer met stropdas. Zeker omdat Koos de hele tijd een klein beetje slechter stond, maar steeds de meest aanvallende zet deed, waardoor hij steeds aktief tegenspel kreeg. Voor mij en de omstanders was het ook steeds een plezier om te zien welke onverwachte aktieve zet hij nu weer zou verzinnen uit een schijnbaar moeilijke stelling. Het kon allemaal net. Was dat nou geluk of inzicht? De schaakhuismeneer had het dan ook moeilijk tegen hem. Op een gegeven ogenblik was eigenlijk remise bereikt, met een middenspel met alleen pionnen en lopers van verschillende kleur en koningen die niet in elkaars stelling konden inbreken. Dit zou een goed resultaat zijn geweest voor Koos en voor ons. Helaas ging Koos voor winst spelen, en dat heeft hem de das omgedaan. Hij kwam twee pionnen achter te staan en zelfs met ongelijke lopers was er geen houden meer aan. Hij had wel goed gespeeld dat wel, maar had het eindspel overschat. Derde punt tegen ons. 3-1 voor schaakhuis.

Op het vijfde bord zat Hugo met zwart sicilliaans te spelen. De witspeler ging gigantisch in de aanval tegen de zwarte koningsstelling, met een paard op d4, open d-lijn, pionnen op e4 en f4 en toren op Th3 en Dh5, wat Hugo net kon dekken met Ph7. Hugo daarintegen was alleen aan het verdedigen met al zijn stukken en pionnen op de zevende en achtste rij(zijn eigen rijen). Ik keek er de hele tijd met spanning tegenaan. De ene aanval na de andere, de witte pionnen kwamen naar voren, daarna een witte pion op g6,(ziet er altijd eng uit). Het enige wat Hugo deed was verdedigen, ik verwachte eigenlijk ergens de doorbraak voor wit, maar het lukte hem de hele tijd net niet. En toen gebeurde het, ik zag het aan het gezicht van de tegenstander, maar ik denk dat Hugo het niet zag. De wangen werden rood en zijn ogen glazig, hij gaf de aanval op. Vanaf dat moment deed de witspeler alleen nog planloze zetten, zelfs blunders(hij zette een toren op d3, die meteen met een paard werd geruild). Dit was het klassieke geval van iemand die al zijn energie in een aanval had gestopt en dan uitgeput en teleurgesteld was geraakt dat hij niet snel kon winnen. Langzaam krop Hugo uit z'n schulp en won makkelijk, vanwege materieel overwicht en met twee torens op de tweede rij en een ontbloote witte koning. Gelukkig een punt voor ons. Stand 3-2 voor Schaakhuis. 

Op bord twee speelde Ben met wit tegen een tegenstander met een vreemde Elo-rating (1398?) terwijl de eerste tien zetten of zo, theorie van het Grunfeldindisch waren. Nog vreemder was het feit dat hij met een hand op zijn wang speelde omdat hij verschrikkelijke kiespijn had. Hij liep ook de hele tijd heen en weer naar het toilet voor een glas koud water tegen de pijn. Hij vertelde dat hij al de dagelijkse dosis van pijnstillers en aspirines al meerdere keren had overschreden. Dus die twee pillen van de koster/barhouder konden er ook nog bij. Ik adviseerde hem nog dat hij beter naar de tandarts kon gaan in plaats van te schaken. Maar ja wat ik zei was natuurlijk onzin. Halverwege de partij kwam hij zelfs lichtelijk beter te staan omdat hij een pionnenmeerderheid(twee tegen een) had op de damevleugel.

Maar blijkbaar besefte hij dat niet, want inplaats van zich op die pionnenmeerderheid te richten, ging hij Ben's centrumpionnen aanvallen. Op dat moment stonden wij 3-1 achter en bood hij remise aan met de mededeling dat hij last had van zijn kies, waarop Ben medogenloos zei dat wij last hadden van de 3-1 achterstand. Er werd dus doorgespeeld, geen genade dus voor zijn kies. Een tijdje later speelde hij totaal onverwachts zijn pion h7-h5, zonder enige aanleiding, Ben kon daardoor zijn toren op c1 zomaar op de zevende rij neerzetten en de pionnen van de zijkant aanvallen, zomaar gratis voor niks. Als toeschouwer dacht ik ook neerzetten die toren en voordeel pakken, Ben dacht dat ook en pakte zijn toren op en zette hem van c1 naar c7, en net toen hij zijn toren wilde loslaten, hield hij hem vast enige seconden en zette hem weer terug op c1. Het was een valstrik. Het was bijna pionverlies geweest of mat achter paaltjes. Gelukkig net op tijd gezien, maar omdat aanraken zetten is ging de toren niet naar de vijandelijke stelling maar naar d1 om zijn eigen centrum te versterken. Het was wel een mooie list, door zo een nutteloze pionzet te doen. Bij het tweede remiseaanbod van de tegenstander accepteerde Ben het maar, het leek mij ook remiseachtig.

stand 3½-2½ voor schaakhuis.

Nico speelde met wit en een geisoleerde pion op d4. Het was een klassiek spel. Zwart speelde tegen de geisoleerde pion op d4 en benutte constant het veld d5. Nico kon helaas geen aanval ontwikkelen met zijn open lijnen en steunpunten op c5 en e5. Maar zijn tegenstander gebruikte steeds meer tijd, en Nico bleef maar geduldig rondhuppelen met zijn stukken(zonder voordeel trouwens). Maar zijn tegenstander raakte toen het spoor kwijt, in plaats van stukken te ruilen, wat je moet doen tegen een geisoleerde pion, ging hij aanvallen op de damevleugel. De pionnen werden geruild maar daardoor kwamen zwart z'n stukken op een kluitje te staan. Samen met de tijdnood die voor de tegenstander ontstond (Hij had zo een 40 minuten achterstand) kon Nico een stuk winnen of op f7 inslaan. Winstpunt voor Nico die een solide partij had gespeeld. De hele tijd het evenwicht vasthouden, geen gekke dingen doen, tijd pakken, en op het einde een combinatie zien die onder andere ook door de tijdnood van de tegenstander was ontstaan. Het was nu 3½-3½.

Jan was met de laatste partij bezig tegen Paul Regeer. Eigenlijk was het gelijk op, materieel gelijk, en positioneel gelijk. Net op het moment dat ik dacht dat we het net gingen redden, maakte Jan een blunder waardoor hij twee pionnen weggaf. Zijn pion op f7 was gepend door een loper op c4. pion g6 kan dan niet spelen, maar dat was die blijkbaar vergeten. Ontreddering bij ons hetgeen Nico goed illustreerde door z'n twee handen in de lucht te gooien en te mompelen:"nou maakt die een blunder". Later vertelde Jan mij dat hij direkt na die blunder dacht aan opgeven. Maar dat deed hij niet. Hij probeerde nog op eeuwig schaak of zoiets te spelen. En toen gebeurde er iets geks. Materieel stond Paul gewonnen, maar hij ging steeds langer nadenken. Hij kon blijkbaar geen plan verzinnen hoe het nu verder moest. Toegegeven, Jan stond twee pionnen achter maar positioneel was het een gelijke stelling en met ieder nog pionnen, een dame, een toren en een licht stuk kon er nog van alles gebeuren. De twee meerpionnen moesten naar voren, maar daardoor zou de koning van Paul helemaal onbeschermd op het bord staan. Er kon dus nog van alles gebeuren. Paul huppelde wat rond met zijn dame en Jan deed wijs hetzelfde, om in ieder geval afruil te verhinderen. De hele tijd verbruikte Paul meer en meer tijd. Paul had nog 4 min en nog wat seconden(een teamgenoot begon zijn zetten al te noteren). Jan had nog 12 minuten of meer. Jan zat eigenlijk in een comfortabele positie, hij verbruikte veel minder tijd, hoefde geen aanval of plan te verzinnen en kon rustig afwachten totdat Paul een aanval zou opzetten en dan op eeuwig schaak spelen. Het was op dat moment zelfs nog mogelijk om te winnen voor Jan, omdat in tijdnood materieel voordeel makkelijk kan verdampen.

Maar op dat moment greep André, de wedstrijdleider in. Het bleek dat de klokken verkeerd waren ingesteld. Blijkbaar werden er geen 10 seconden per zet bijgeteld.

Om dit te compenseren kreeg iedere speler zes minuten kloktijd erbij, (36 zetten maal 10 sec) klinkt redelijk. Paul's kloksaldo bedroeg opeens 11 minuten of zoiets. Op dat moment vervloog mijn hoop. 11 minuten is heel veel tijd om een partij uit te spelen, zeker als je twee pionnen voor staat. Ook al had Jan nog meer tijd. Paul had genoeg tijd om de partij af te maken. Maar het werd nog gekker. Paul ging nog langzamer spelen dan hij al speelde! Jan huppelde verdedigend rond met zijn dame en Paul deed hetzelfde maar langzamer, en dus ging Paul uiteindelijk door zijn tijd. Winst voor Jan, die heel verbaasd keek. Eerst een blunder maken, dan aan opgeven denken en dan uiteindelijk toch winnen, omdat de tegenstander gewoon geen zetten doet. Hoe gek kan het worden, blijkbaar is dit ook schaken.

Dus stond het opeens 4½-3½ voor ons. Het schaakhuis tekende natuurlijk protest aan, tegen de gang van zaken rond de verkeerd ingestelde klok. Maar ja dat is natuurlijk flauw, pas protest indienen als je verloren hebt, want als ze die partij gewonnen hadden, dan was er geen protest geweest. Maar goed het is nu afwachten wat er wordt besloten door de arbitrage.

In ieder geval was het een zeer spannende en enerverende avond. Shakespeare had het niet beter kunnen verzinnen met aan de borden hoogmoed, overschatting, passiviteit en planloosheid, drama, list en bedrog, uitputting en verstandsverbijstering, alleen de mooie vrouw ontbrak nog in dit verhaal.