Ga niet langs af...

Een spannende wedstrijd om het kampioenschap van de HSB in het huiskamergrote Schaakhuis ‘En Passant’ tegen het eerste team van de gelijknamige vereniging had zich al lang van tevoren aangekondigd. Gelijkspel of verliezen zou betekenen dat ons eerste team in het volgende seizoen opnieuw een gooi zou moeten gaan doen naar de hoogste eer. Er stond dus wat op het spel tegen het opnieuw versterkte team. Na eerder de kanonnen Ron Wagenaar er Rashid Schrik binnengehaald te hebben, schoof op de koude avond van 11 maart ook oudgediende Raymond Liem aan om koste wat kost de punten in huis te houden. Daarop anticiperend had ik wat geschoven met de opstelling, in overleg met de helft van de spelers tijdens een geslaagd etentje vooraf. In de praktijk levert een tactische opstelling niet meer dan een half bordpuntje op, maar het zál toch de doorslaggevende factor zijn... Niek verving een grieperige Ton en deed dat met verve. De opdracht aan de spelers was eenvoudig: wie tegen een van de drie toppers speelt, heeft een vrije rol, remise overleggen hoeft niet, alles wat meer is dan een nul is meegenomen. De rest moest zijn uiterste best doen om, als het even kon, te winnen.

Sander, die een dag eerder nog meegelopen had in de CPC-loop, was bereid zich op te offeren aan het hoogste bord, maar deed het helemaal niet gek. Alleen gebruikte hij wederom heel veel tijd in de opening wat Maarten de grap ontlokte: “Duursport is prachtig, maar het hoeft niet altijd zo langzaam”. Desondanks was ik niet ontevreden met wat ik zag gebeuren. Hans opende rustig, maar werd opgezadeld met een hangende pion op c6. Jan Willem pakte het creatief aan, met allerlei potentiële verwikkelingen en Marco opende een offensief op de damevleugel, profiterend van een ongedekte witte toren op a1. Mike, iets verlaat na een kennismakingsdag bij een mogelijke werkgever, speelde zijn opening snel en zeker en Maarten had ook geen problemen met de zwarte stukken. Peter offerde een pion in de opening en nam al snel het centrum van zijn tegenstander op de korrel. Nadeel was wel dat de ontwikkeling van zijn damevleugel wat achterbleef. Niek speelde zich snel en zeker naar een goede stelling, met nog de rokade achter de hand.

En zo werd er aan beide zijden lange tijd aan de meeste borden gemanoeuvreerd zonder dat er harde klappen vielen. Niek was de eerste die wat meer druk kon uitoefenen op de witte stelling en toen zijn tegenstander kort rokeerde, begon ik mogelijkheden voor hem te zien. Zeker toen de witspeler ook nog eens met h3 en g4 gevolgd door een ruil op g6 activiteit voor de zwarte torens mogelijk maakte over de h-lijn en even later ook dameruil toestond. Bij Hans viel intussen de zwakke c-pion en een aantal zetten later moest hij nog een boertje inleveren. Het zou voor hem gaan afhangen van actief stukkenspel, maar dat kreeg zijn tegenstander ook. Mike had een open a-lijn die hij echter verzuimde te bezetten. Zijn plan was gericht op een stormloop op de zwarte koningsstelling waar hij zijn koningstoren bij wilde gebruiken en daarom besloot hij om geen ruil op a1 te zoeken. Een kostbare misrekening, zoals hij na de partij verduidelijkte. Jan Willem had op dat moment zijn opening voltooid en kreeg wat meer druk, terwijl Maarten nauwkeurig spelend alle dreigingen wist te pareren en toen zijn (tot op dat moment nog ongeslagen) tegenstander wat onnauwkeurig opereerde, greep onze man het initiatief. Peter stond nog steeds een pion achter, maar had wel zijn opponent met een dubbelpion opgescheept, wat een halfje minder achterstand betekende. Zijn koning stond optisch vrij open, maar hij had alle cruciale velden onder controle en kon daarom op de andere vleugel op zoek naar een doorbraak. Marco’s initiatief was helaas halverwege de partij wat weggeëbd en hij moest opeens nauwkeurig verdedigen om een vervelende toren te verjagen. Dat lukte, maar wel ten koste van een pion. Sander stond in een ingewikkelde partij zo ver ik kon zien niet slecht, maar om logistieke redenen was de partij niet goed meer te volgen. Er kwamen steeds meer toeschouwers die de topborden wilden zien en juist in die hoek is het schaakhuis op zijn smalst, waardoor de teamleider van de gasten er niet meer goed bij kon komen. Sander zelf verklaarde na de partij dat zijn a- en e-pion zwaktes waren waar hij rekening mee moest houden. Het laatste wat ik van de partij van Hans ernaast heb meegekregen is dat hij nog steeds twee pionnen (in de vorm van een dubbelpion op de a-lijn) achter stond en dat hij een kwaliteit had gegeven, naar ik aanneem gedwongen. Ik hoopte er dus maar het beste van.

Toen kreeg Peter een remiseaanbod. Alle lichte stukken en de dames waren van het bord en de pion was teruggewonnen. Een dubbel toreneindspel zoals het op het bord stond bood niet veel perspectief meer en nadat hij nog eens goed had gekeken of er echt niets meer in zat, mocht hij het aanbod aannemen. Niet veel later bleek Mike in zwaar weer terechtgekomen te zijn. Zijn aanval op de zwarte koningsstelling sloeg niet door en hij boette de b-pion in. Hoewel hij nog wat door had kunnen spelen, zag hij er een paar zetten later geen heil meer in en gaf op. Marco had zijn zorgen weten op te lossen, maar kreeg toen prompt een remiseaanbod. Hij stond nog steeds een pion achter en vond dat hij een stuk minder stond en wilde daarom graag accepteren. En dus werd ook hier het punt gedeeld. Gelukkig had Niek zijn solide opgebouwde aanval goed doorgerekend en begon de witte koning op te jagen. Met zijn torens ving hij de witte monarch in een spervuur dat hem een volle toren opleverde. Zo ver liet zijn tegenstander het echter niet komen en gaf op.

Sander, waarvan ik het laatst had gezien dat hij nog maar een kleine anderhalve minuut bedenktijd had tegen meer dan een uur voor zijn tegenstander, moest capituleren, maar voor Maarten liep het steeds voorspoediger. Hij kwam in een eindspel met drie pionnen aan beide zijden en voor hem een loper tegen een paard. Vaak is een paard beter in dit soort eindspelen, maar deze keer niet. Maarten’s koning kon een witte vrijpion op de c-lijn onderscheppen, terwijl wit zijn paard moest geven om een even vrije zwarte pion op de b-lijn te stoppen. In hoog tempo schoof Maarten vervolgens zijn partij naar winst.

Nog twee partijen gaande. Hans stond verloren, wist ik op te vangen van uitgespeelde teamgenoten, maar Jan Willem had nog steeds een houdbare stelling. Forceren leek geen goed idee en de zwartspeler dacht daar precies hetzelfde over. Toen Hans na lang zwoegen het moede hoofd boog, was voor Schaakhuis het eerste matchpunt binnen en de kleinste kampioenskans voor SHTV 1 verkeken. Op de hoogte gebracht van deze stand, kreeg Jan Willem dan ook direct een remiseaanbod wat hij na enig nadenken accepteerde.

Gelet op het verdere programma van dit seizoen zal het wel heel raar moeten lopen als Schaakhuis 1 niet volgend jaar landelijk zal gaan spelen. Ik denk dan ook niet dat het voorbarig is om hen alvast te feliciteren en de wens uit te spreken dat zij bij de drie beste promovendi gaan behoren, zodat er voor andere HSB-clubs in het seizoen 2014-2015 een extra plaatsje gereserveerd zal kunnen worden.

Schaakhuis 1 (1988)                   SHTV 1 (1928)                        4½-3½
Ron Wagenaar (2171)                   Sander Pauw (1919)                    1-0
Raymond Liem (2147)                   Hans Segers (1977)                    1-0
Rashid Schrik (2114)                  Jan Willem le Grand (1848)            ½-½
Norbert Harmanus (1967)               Marco van Straaten (1985)             ½-½
Rijnko Baas (1932)                    Mike Hoogland (1975)                  1-0
Jean Michel Beeloo (1894)             Maarten Stolte (2034)                 0-1
Derk Dekker (1831)                    Peter Vorstermans (1897)              ½-½
Jos Ruygrok (1830)                    Niek Wisse (1791)                     0-1